Oscar

Oscar Tiberius Murray ziet een toekomst
als golfpro wel zitten

Foto: Willemien Timmers

Oscar Tiberius was één van de vier golfers die het Roelant Oltmans Fonds in zijn
geschiedenis heeft ondersteund. Inmiddels studeert Oscar aan de Vrije Universiteit
van Amsterdam, maar nog steeds spendeert hij veel tijd aan zijn geliefde golfsport.

Oscar begon met golfen toen hij negen jaar was. ‘Het idee dat er maar weinig jonge
kinderen zijn die golfen, klopt niet. Misschien minder dan bij andere sporten, maar
toen ik op mijn tiende lid werd van Golfclub Kagerzoom in Warmond, was er een groep van
wel veertig kinderen onder de vijftien jaar. Dit waren vaak kinderen van golfers, net als ik.’
Oscar kreeg de liefde voor de golfsport mee van zijn vader, die in Engeland woont.

Hij woonde een aantal jaar in Groot-Brittannië, maar sinds zijn derde woont Oscar in Oegstgeest.
Daar probeerde hij ook andere sporten, zoals tennis (bij OLTC) en voetbal (bij V.V. Oegstgeest),
maar de golf veroverde zijn hart. Hij begon bij Golfclub Kagerzoom, waar de talentvolle sporter
na een jaar al aan wedstrijden mocht deelnemen. ‘Op mijn elfde speelde ik mijn eerste wedstrijd.
Gewoon omdat ik de sport heel leuk vond. Toen ik twaalf was, heb ik een heel seizoen aan
lokale wedstrijden meegedaan.’

Vanaf zijn veertiende speelt Oscar ook bij de Noordwijkse Golfclub. ‘Noordwijk is een wat
fanatiekere club met spelers op een hoger niveau. Door daar te gaan spelen, kreeg ik wat
meer competitie om mij heen’, vertelt Oscar. In datzelfde jaar meldde Oscar zich voor het
eerst aan bij het Roelant Oltmans Fonds nadat zijn moeder erover had gelezen in de
Oegstgeester Courant. Lachend vertelt Oscar: ‘Toevallig zat ik in de kleuterklas bij Roelants
vrouw, Milou Oltmans, op de Montessorischool in Oegstgeest!’

De bijdrage van het fonds hielp Oscar bij de aanschaf van betere golfclubs, extra lessen en
goed materiaal. ‘Het bedrag was echt een steuntje in de rug, want het is duur om een goede
set clubs bij elkaar te verzamelen.’ Bovendien boden de bijeenkomsten altijd een mooi moment
om andere sporters te spreken.‘Roelant zei zelf vaak dat het bij de uitreiking van de bijdragen ook
draait om het tonen van alle sporten die we in Oegstgeest hebben, en een mooi samenzijn te hebben
met alle andere sporters.’


‘Wie weet waar ik over tien jaar sta.’


Ook al richt Oscar zich in deze jaren voornamelijk op zijn studie, hij houdt zijn niveau in
stand door minimaal vijftien uur per week te golfen. Daar wil hij het niet bij laten: voor zijn
toekomstige golfcarrière heeft hij zeker ambities. ‘Als ik mijn studie heb afgerond, dan wil ik
wel professional worden. In golfen is het zo: áls je pro wilt worden, dan kán je pro worden.
Je kunt je namelijk zó inschrijven voor “lagere” tours, daar verdien je natuurlijk dan nog niet
je geld mee. Daarna kun je opklimmen. Graag wil ik veel gaan spelen. Wie weet waar ik over
tien jaar sta.’